11 OKTOBER 1976. - Ministerieel besluit houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
[B.S. 14.10.1976]
Hoofdstuk III. Wegmarkeringen
Artikel 15. Overlangse voorlopige markeringen die de rijstroken aanduiden
1° De doorlopende streep wordt als volgt aangegeven :
- ofwel door twee overhoeks geplaatste reeksen oranje spijkers.
Tussen een spijker van één reeks en de dichtstbijgelegen spijkers van de andere reeks is er ongeveer 0,60 m tussenafstand, overeenkomstig plaat 2 van bijlage 4 tot dit besluit; - ofwel door een oranje doorlopende streep van ongeveer 0,20 m breedte op de autosnelwegen en 0,15 m op de andere wegen.
2° De onderbroken streep wordt als volgt aangegeven :
- ofwel door groepen van vijf oranje spijkers. Tussen de spijkers is er ongeveer 0,60m tussenafstand, tussen de groepen ongeveer 10 m, overeenkomstig plaat 2 van bijlage 4 tot dit besluit;
- ofwel door een oranje onderbroken streep van ongeveer 0,20 m breedte op de autosnelwegen en 0,15 m op de andere wegen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 14.3.