11 OKTOBER 1976. - Ministerieel besluit houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
[B.S. 14.10.1976]
Hoofdstuk III. Wegmarkeringen
Artikel 17. Overlangse markeringen die de rand van de rijbaan aanduiden
Artikel 17.1. Werkelijke rand
1° De witte doorlopende of gele onderbroken streep die ter hoogte van de rijbaan wordt aangebracht, is ongeveer 0,15 m breedt; op de autosnelwegen is zij ongeveer 0,30 m breed.
Het woord "breedt" dient gelezen te worden als "breed".
2° De gele onderbroken streep bestaat uit trekken met een gelijke lengte die ligt tussen 0,50 m en 1,25 m. De tussenafstanden hebben dezelfde lengte.
17.2. Denkbeeldige rand.
De breedte van de witte doorlopende streep is ongeveer :
- 0,30 m op de autosnelwegen;
- 0,25 m op de andere wegen met rijstroken;
- 0,20 m op de wegen zonder rijstroken.