In dit besluit wordt verstaan onder :
1° het decreet : het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens;
2° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, vaardigt de aanvullende reglementen, vermeld in artikel 3, eerste lid van het decreet, uit, na het advies van de minister te hebben ingewonnen.
De minister vaardigt de aanvullende reglementen, vermeld in artikel 3, tweede lid van het decreet, uit.
De gemeente maakt de aanvullende reglementen, vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet, voor goedkeuring over aan de minister.
De minister beslist overeenkomstig artikel 4, § 2, van het decreet.
De minister kan de aanvullende reglementen, vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet ten allen tijde door zijn eigen beslissing vervangen, na eensluidend advies van de Vlaamse minister, bevoegd voor openbare werken.
§ 1. De gemeente kan aanvullende reglementen vaststellen op de wegen, vermeld in artikel 6 van het decreet, met uitzondering van de autosnelwegen.
De gemeenteraad kan deze bevoegdheid toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
§ 2. Het aanvullend reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de minister.
De gemeente vermeldt bij haar goedkeuringsaanvraag de locaties waar ze de verkeersborden ter uitvoering van het aanvullend reglement plaatst.
§ 3. De minister kan het aanvullend reglement :
1° goedkeuren;
2° afkeuren;
3° wijzigen;
4° door zijn eigen beslissing vervangen.
§ 4. Wanneer het aanvullend reglement betrekking heeft op een gewest- of provincieweg, dan kan het aanvullend reglement niet eerder in werking treden dan wanneer de minister een beslissing heeft genomen als vermeld in § 3, 1°, 3° of 4°.
Als de minister binnen een termijn van 60 dagen vanaf de kennisgeving van het aanvullend reglement niet heeft beslist, wordt het reglement geacht te zijn goedgekeurd.
De minister kan het aanvullend reglement ten allen tijde door zijn eigen beslissing vervangen.
De gemeente kan de verkeerstekens plaatsen in uitvoering van de door haar genomen reglementen op de gewest- of provinciewegen, op de wegen vermeld in artikel 6 van het decreet, of op de kruispunten waar wegen van verschillende wegbeheerders samen komen, mits voorafgaande toestemming van de wegbeheerder op wiens wegen de verkeerstekens worden geplaatst.
De minister kan de wijze waarop de aanvullende reglementen en de locaties van de verkeerstekens hem worden overgemaakt nader bepalen.
Het decreet en dit besluit treden in werking de 10e dag na publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.