Dit besluit regelt de aanvullende modaliteiten betreffende de procedure voor de vergunning om uitzonderlijke voertuigen in het verkeer te brengen en voor de betaling van de retributie.
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° Het koninklijk besluit :
Het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen;
2° Het Technisch Reglement :
Het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;
3° De Dienst Uitzonderlijk Vervoer :
De dienst van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer verantwoordelijk voor de behandeling van de vergunningsaanvragen om uitzonderlijke voertuigen in het verkeer te brengen;
4° De gemachtigde ambtenaar :
De door de voor het Wegverkeer bevoegde Minister gemachtigde ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;
5° De aanvraag :
De vergunningsaanvraag om een uitzonderlijk voertuig in het verkeer te brengen.
De niet gedefinieerde begrippen in dit besluit moeten overeenkomstig hun definities in het koninklijk besluit worden begrepen.
§ 1. De aanvraag wordt ingediend en beheerd door elektronische overdracht van de gegevens op de internetsite van de Dienst Uitzonderlijk Vervoer, overeenkomstig de richtlijnen van de gemachtigde ambtenaar, of wordt per aangetekende post aan de Dienst Uitzonderlijk Vervoer gericht.
De aanvraag op de internetsite van de Dienst Uitzonderlijk Vervoer kan enkel worden ingediend en beheerd door de persoon van wie identiteit en hoedanigheid van gebruiker van de informaticatoepassing kan worden gewaarmerkt.
In het geval van een aanvraag per aangetekende post, vult de aanvrager het aanvraagformulier en de bijlagen in, waarvan de voorlegging overeenkomstig de richtlijnen van de gemachtigde ambtenaar wordt gevraagd.
Het aanvraagformulier wordt door de aanvrager gedagtekend en ondertekend.
De documenten die noodzakelijk zijn voor een aanvraag per aangetekende post zijn beschikbaar bij de gemachtigde ambtenaar en op de internetsite van de Dienst Uitzonderlijk Vervoer.
Voor een aanvraag per aangetekende post, worden de in artikel 6, § 3, van het koninklijk besluit voorziene verzendingen en de in artikel 6, § 5, van hetzelfde besluit bedoelde notificaties verricht per post.
§ 2. De aanvraag wordt geannuleerd indien de ontbrekende elementen, gevraagd volgens artikel 6, § 3, van het koninklijk besluit, niet bij de Dienst Uitzonderlijk Vervoer zijn toegekomen binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de datum dat de aanvrager deze vraag voor bijkomende informatie heeft ontvangen.
In dit geval wordt de aanvraag door de aanvrager geacht te zijn geannuleerd voor de toepassing van artikel 8, § 3, van het koninklijk besluit.
§ 1. Naast het voertuig waarvoor de vergunning wordt aangevraagd, kan de aanvrager aanduiden :
a) tot twee vervangende voertuigen voor een enkelvoudig uitzonderlijk voertuig;
b) tot twee vervangende trekkende voertuigen en tot twee vervangende getrokken voertuigen voor een uitzonderlijke voertuigensleep.
§ 2. Voor een sleep van uitzonderlijke voertuigen waarvan de massa's beantwoorden aan het Technisch reglement, kan de gebruiker enkel het trekkend voertuig aanduiden. De keuze van het getrokken voertuig is vrij.
§ 3. De conform de paragrafen 1 en 2 aangeduide voertuigen worden in de aanvraag door middel van hun chassisnummers geïdentificeerd.
§ 4. De karakteristieken van de vervangende voertuigen stemmen overeen met de technische karakteristieken opgenomen in de vergunning.
§ 1. Voor de enkelvoudige uitzonderlijke voertuigen van de categorieën 1 en 2, zoals bedoeld in artikel 4, 1° of 2° van het koninklijk besluit, mag, in afwijking van artikel 4, de door de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer erkende constructeur of bouwer, houder van een inschrijving "proefritten" krachtens artikels 5 tot 10 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens, het geheel van de uitzonderlijke voertuigen dat voldoet aan de technische eigenschappen bepaald in de vergunning, aanduiden door middel van deze inschrijving "proefritten".
§ 2. De vergunning is geldig voor het in het verkeer brengen van uitzonderlijke voertuigen zoals aangeduid in paragraaf 1, voor zover de voertuigen worden gebruikt voor een van de volgende verplaatsingen :
a) na montage of herstelling om ze af te stellen of om hun goede werking na te gaan;
b) voor demonstratie;
c) voor hun parkeren;
d) om ze voor te rijden bij een instelling belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen;
e) om ze voor te rijden voor proefnemingen, evenals tijdens deze proefnemingen, te verrichten in het kader van de goedkeuring van een voertuig van een type dat het voorwerp dient uit te maken van een goedkeuringsprocedure.
§ 3. De uitzonderlijke voertuigen zoals bedoeld in paragraaf 1, mogen enkel onder de volgende voorwaarden gebruikt worden :
a) ze mogen, in de gevallen bedoeld in de bepalingen onder § 2, a), d) en e), enkel rijden binnen een straal van 25 km van de bouw- of assemblageplaats en, in de gevallen bedoeld in de bepalingen onder § 2, b) en c), enkel binnen een straal van 15 km van deze plaats;
b) voor de uitzonderlijke voertuigen van categorie 2, mag de verplaatsing enkel gebeuren op maximum twee alternatieve voorgeschreven reiswegen;
c) ze rijden niet tezelfdertijd op de openbare weg.
Indien de aanvrager overeenkomstig de richtlijnen van de gemachtigde ambtenaar een gedetailleerde reisweg voorstelt, wordt die op voorhand verkend en is hij, behoudens gemotiveerde redenen, zo kort mogelijk naargelang de afmetingen van het uitzonderlijk voertuig.
Wanneer de massa's van het uitzonderlijk voertuig niet voldoen aan het Technisch Reglement, worden de technische karakteristieken van het uitzonderlijk voertuig door de aanvrager verstrekt overeenkomstig de richtlijnen van de gemachtigde ambtenaar.
§ 1. Voor de berekening van de in artikel 6 van het koninklijk besluit voorziene termijnen wordt rekening gehouden :
a) wanneer de vergunningsaanvraag wordt ingediend door elektronische overdracht van de gegevens, met de datum van ontvangst, verzending of notificatie voortgebracht door het informaticasysteem van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
b) wanneer de vergunningsaanvraag wordt ingediend per aangetekende post,
i. voor de datum van ontvangst van de aanvraag en van de ontbrekende elementen verkregen na een bijkomende informatie overeenkomstig artikel 6, § 3, van het koninklijk besluit, met de datum van registratie van de aangetekende zendingen in het informaticasysteem van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;
ii. voor de datum van verzending van een aanvraag voor bijkomende informatie of van notificatie van een vergunning, met de datum van verzending van de post.
§ 2. Elke vergunningsaanvraag of ontbrekend element verkregen ingevolge een bijkomende informatie die na 12.00 uur of niet op een werkdag aankomen bij de Dienst Uitzonderlijk Vervoer, wordt geacht te zijn ontvangen op de eerstvolgende werkdag.
Wanneer de aanvraag wordt ingediend door elektronische overdracht van de gegevens, wordt de vergunning of de weigering via het informaticasysteem in afdrukbare vorm genotificeerd.
De vergunning en haar bijlagen worden afgedrukt op wit papier van A4-formaat in gewone zwarte druk.
De vermeldingen en de waarmerkingsmiddelen die op de vergunning en haar bijlagen voorkomen, moeten duidelijk leesbaar zijn.
§ 1. De vergunning bevat de volgende vermeldingen :
a) de aanduiding van de overheid bevoegd voor de aflevering van de vergunning en haar logo;
b) het vergunningsnummer;
c) de vervaldatum van de vergunning;
d) de personalia van de gebruiker van het uitzonderlijk voertuig;
e) de totale afmetingen en de totale massa van het uitzonderlijk voertuig;
f) het aantal aslijnen van de voertuigen waarvan de massa’s niet voldoen aan het technisch reglement;
g) de chassisnummers van de in de vergunning bedoelde voertuigen of het nummer van de proefrittenplaat in de gevallen bedoeld in artikel 4/1;
h) de aanduiding van het type reisweg;
i) de aard van de lading;
j) in voorkomend geval, aanvullende voorschriften;
k) de datum van de vergunning en de handtekening van de gemachtigde ambtenaar.
§ 2. De technische karakteristieken van het uitzonderlijk voertuig en de gedetailleerde reisweg, evenals elk ander document dat bij de vergunning is gevoegd of moet worden gevoegd, maken wezenlijk deel uit van de vergunning.
De retributie bepaald in toepassing van artikel 8 van het koninklijk besluit wordt betaald aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de datum van de uitnodiging tot betaling volgens de instructies die hierin zijn opgenomen.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.