Inhoud

Artikel 1. Elk motorvoertuig dat bestemd is om hier te lande te worden ingeschreven, moet het voorwerp uitmaken van een vignet naar het model in bijlage dat door de bevoegde douanedienst wordt afgeleverd om op de aanvraag tot inschrijving te worden gekleefd.

De bevoegde douanedienst kan zich voor de controle van de juistheid en van de echtheid van de gegevens die vereist zijn voor het invullen van het in het eerste lid bedoeld vignet alle documenten laten voorleggen die daarvoor nuttig zijn en de motorvoertuigen aan een fysieke verificatie onderwerpen.

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit worden aanhangwagens en opleggers gelijkgesteld met motorvoertuigen.

Art. 3. Het in artikel 1 bedoeld vignet legt het in artikel 4, 7°, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek bedoeld communautair karakter van het voertuig vast en verwijst naar de daartoe voorgelegde bewijsstukken:

1° hetzij de douanedocumenten betreffende de invoer van het motorvoertuig of de invoer van de onderdelen die tot zijn assemblage of tot zijn bouw hebben gediend en die het mogelijk maken om na te gaan of het motorvoertuig wat betreft de rechten bij invoer en de bij invoer toepasselijke verbods-, beperkings- en controlemaatregelen reglementair in het vrije verkeer werd gebracht;

2° hetzij het door een andere lidstaat van de Europese Unie afgeleverd kentekenbewijs dat het communautair karakter vaststelt;

3° hetzij de factuur met betrekking tot de intracommunautaire verwerving van het motorvoertuig;

4° hetzij elk commercieel document of ander bewijsstuk.

Art. 4. De in artikel 1 voorziene verplichting geldt niet voor:

1° de gebruikte motorvoertuigen die in België worden doorverkocht of anderszins worden overgedragen en die opnieuw worden ingeschreven op naam van de nieuwe eigenaar of gebruiker, waarvoor wordt aangetoond dat een vorige inschrijving hier te lande, zonder vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde, reeds het voorwerp was van een in artikel 1 bedoeld vignet en voor zover deze motorvoertuigen, sedert die inschrijving, het land niet anders hebben verlaten dan in internationaal verkeer zonder verandering van eigenaar;

2° de met tijdelijke vrijstelling van rechten bij invoer toegelaten motorvoertuigen.

Art. 5. Het in artikel 1 bedoeld vignet heeft een groene veiligheidsonderdruk.

Er mag geen enkele wijziging noch enige verbetering, schrapping, overschrijving of andere verandering op voorkomen.

Art. 6. In geval van verlies of diefstal van het in artikel 1 bedoeld vignet, wordt een duplicaat afgegeven door de douane die het origineel vignet heeft uitgereikt. De vermelding “DUPLICAAT” moet in het rood op het nieuw vignet worden aangebracht en mag enkel worden afgegeven na de toestemming van de douanedienst gevestigd bij de Directie Inschrijvingen Voertuigen (DIV) van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer te hebben verkregen.

Art. 7. De Minister van Financiën of, onder de voorwaarden die hij bepaalt, zijn gemachtigde, kan de importeurs, monteurs of bouwers van motorvoertuigen vergunning verlenen om:

a) zelf het in artikel 1 bedoelde vignet in te vullen;

b) in de plaats van het in artikel 1 bedoelde vignet zelf in te vullen, de door hen in een elektronisch signaal verzamelde gegevens, volgens de daartoe ingestelde procedure voor elektronische gegevensuitwisseling aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer te zenden. Dit elektronisch signaal vervangt het in artikel 1 bedoelde vignet en bevat onder andere de gegevens van de rubrieken R1 tot R5, R7, R8 en R12 van dat vignet.

Art. 8. De importeurs, monteurs of bouwers aan wie op grond van artikel 7 vergunning is verleend om zelf vignetten in te vullen, beschikken over deze documenten onder de door de Minister van Financiën vastgestelde voorwaarden.

Art. 9. Op verzoek van de douane dienen alle in artikel 7 bedoelde importeurs, monteurs of bouwers van motorvoertuigen alle documenten voor te leggen die de douane nodig acht of inzage in hun commerciële geschriften te verlenen.

Art. 10. Voor de met tijdelijke vrijstelling van rechten bij invoer en/of BTW toegelaten motorvoertuigen waarvoor om een inschrijving wordt verzocht, brengt de douane op de aanvraag tot inschrijving de code van de Belgische douanedienst, een referentienummer en vermeldingen in verband met de douanestatus en de waarde van het motorvoertuig en met de begin- en einddatum van de vrijstelling aan.

Art. 11. Voor elk motorvoertuig waarvoor om een inschrijving wordt verzocht, heeft de douanedienst gevestigd bij de Directie Inschrijvingen Voertuigen (DIV) van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer de bevoegdheid om de aanvraag tot inschrijving op het vlak van de douane- en BTW-reglementering te controleren.

Voor de met tijdelijke vrijstelling van rechten bij invoer en/of BTW toegelaten motorvoertuigen waakt de voormelde douanedienst over de afgifte van een tijdelijke kentekenplaat en over het aanbrengen op het kentekenbewijs van de melding “Douane – Tijdelijke vrijstelling” en van de gegevens waarvan sprake in artikel 10.

Het kentekenbewijs geldt in dit geval als document van tijdelijke vrijstelling van rechten bij invoer en/of BTW.

Voor andere dan met tijdelijke vrijstelling van rechten bij invoer en/of BTW toegelaten motorvoertuigen wordt het kentekenbewijs afgegeven zonder het aanbrengen van een douanevisum.

Indien de persoon die de inschrijving van een motorvoertuig heeft aangevraagd de regelmatige aanwezigheid van het motorvoertuig in het land niet aantoont, kan de inschrijving daarvan niet worden bekomen of houdt deze op geldig te zijn.

Art. 12. Het bepaalde in artikel 11 is niet van toepassing op aanvragen tot het verkrijgen van kentekenbewijzen waarop het signalement van het motorvoertuig niet voorkomt. Alleen motorvoertuigen waarvan het communautair karakter kan worden aangetoond mogen voorzien worden van een kentekenplaat waarvoor een kentekenbewijs zonder signalement van het motorvoertuig werd afgeleverd.

Indien zij daarom worden verzocht, zijn de houders van kentekenbewijzen zonder het signalement van het motorvoertuig verplicht aan de douane alle bewijsstukken inzake de douanestatus betreffende de in hun bezit zijnde motorvoertuigen voor te leggen.

Art. 13. Het koninklijk besluit van 27 december 1993 betreffende de verificatie van het regelmatig aanwezig zijn van motorrijtuigen voor wegvervoer wordt opgeheven.

Art. 14. De kentekenbewijzen en vergunningen afgegeven overeenkomstig de voorschriften van het in artikel 13 bedoelde besluit blijven evenwel geldig.

Art. 15. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 16. Onze minister die Financiën onder zijn bevoegdheid heeft en Onze minister die Mobiliteit en Vervoer onder zijn bevoegdheid heeft, zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Vignet NL