Artikel 1. Voor de toepassing van huidig besluit, wordt verder verstaan onder:
1° Aanvullend reglement: het aanvullende reglement inzake verkeersveiligheid betreffende de verkeerstekens genomen in uitvoering van de artikels 3, 4 en 5 van de ordonnantie.
2° Ordonnantie: de ordonnantie van 3 april 2014 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
3° Minister belast met Mobiliteit: de Minister van Vervoer als bedoeld in de ordonnantie.
4° Het informaticaplatform e-sign : de gegevensbank voorzien in artikel 8 van de ordonnantie van 3 april 2014 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Art. 2. De aanvullende reglementen genomen in uitvoering van artikel 3, 4, en 5 worden opgenomen in het informaticaplatform e-sign.
De exacte locatie van de verkeerstekens die de aanvullende reglementen ter kennis brengen aan de weggebruikers wordt eveneens opgenomen in het informaticaplatform e-sign. Voor elk verkeersteken moet minstens volgende informatie ingegeven worden in het informaticaplatform e-sign :
De exacte locatie van andere verkeerstekens die geen aanvullend reglement vergen, moeten eveneens onder dezelfde voorwaarden in het informaticaplatform worden opgenomen.
Art. 3. De aanvullende reglementen worden in elektronische vorm overgemaakt aan het secretariaat van de Raadgevende Commissie voor het Wegverkeer via het informaticaplatform. Om de uitvoering van de voogdij, voorzien in artikels 3, al. 2 en 4, al. 2 van de ordonnantie, mogelijk te maken worden volgende documenten onder elektronische vorm overgemaakt aan het secretariaat van de Raadgevende Commissie voor het Wegverkeer, en dit via het elektronische platform e-sign:
De termijn voorzien door artikel 3, al.3, art. 4, al. 4. en artikel 5 van de ordonnantie gaat slechts in vanaf het moment dat de voormelde documenten opgeladen werden op het informaticaplatform e-sign.
De voorbereidende documenten die de goedkeuring of de intrekking van aanvullende reglementen kunnen rechtvaardigen, kunnen eveneens opgeladen worden op het informaticaplatform e-sign.
Art. 4. De Minister belast met Mobiliteit, Brussel Mobiliteit en de secretaris van de Raadgevende Commissie voor hetWegverkeer mogen alle aanvullende informatie opvragen die nodig is in het kader van hun voogdij.
Art. 5. De minister bevoegd voor Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.