Voor het toepassen van de procedure die in dit besluit wordt geregeld, kunnen enkel de controlebeambten belast met een mandaat van gerechtelijke politie en behorende tot de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en de personeelsleden van het operationeel kader van de federale en lokale politie, alsook controlebeambten van de Administratie der Douane en Accijnzen van de Federale Overheidsdienst Financiën bij de uitvoering van hun dienst, door de procureur-generaal bij het hof van beroep gemachtigd worden.
De wegcontroleurs bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 februari 2023 betreffende de wegcontrole kunnen ook door de procureur-generaal bij het hof van beroep worden gemachtigd voor het toepassen van de procedure die in dit besluit wordt geregeld, en dit binnen de grenzen van hun bevoegdheden.
Voor het toepassen van de procedure die in dit besluit wordt geregeld, kunnen enkel de controlebeambten belast met een mandaat van gerechtelijke politie en behorende tot de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en de personeelsleden van het operationeel kader van de federale en lokale politie, alsook de controlebeambten van de Administratie der Douane en Accijnzen van de Federale Overheidsdienst Financiën bij de uitvoering van hun dienst, door de procureur-generaal bij het hof van beroep gemachtigd worden.
Voor de toepassing van de procedure, vermeld in dit besluit, zijn ook de wegeninspecteurs, vermeld in artikel 16 van het decreet van 3 mei 2013 betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport, bevoegd.
Voor het toepassen van de procedure die in dit besluit wordt geregeld, kunnen enkel de controlebeambten belast met een mandaat van gerechtelijke politie en behorende tot de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en de personeelsleden van het operationeel kader van de federale en lokale politie, alsook de controlebeambten van de Administratie der Douane en Accijnzen van de Federale Overheidsdienst Financiën bij de uitvoering van hun dienst, door de procureur-generaal bij het hof van beroep gemachtigd worden.
Onder de voorwaarden bepaald in de artikelen 38 tot 40 van de wet van 15 juli 2013 betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg, in de artikelen 27 tot 29 van de wet van 15 juli 2013 betreffende het reizigersvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1073/2009 Van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006, in artikel 65 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968 en in artikel 2bis van de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over de zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg kunnen de in bijlage 1 bij dit besluit opgenomen inbreuken vastgesteld op een openbare plaats zoals bepaald in artikel 28 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, aanleiding geven tot de inning per inbreuk van de in dezelfde bijlage vermelde sommen.
(Opgeheven)
Het totaal van de te innen sommen, zoals vastgesteld in artikel 2, mag ten laste van een zelfde overtreder 2.750 EUR niet overschrijden. Dit totaal bedraagt 5.500 EUR voor de inbreuken vermeld in de punten a11, a12, a14, a15, a16, a17, d4, d20, d21, e11, e14, f10, f11, g6, g7, h7, h8, i4 en i5 van bijlage 1.
§1. In geval van inning wordt gebruik gemaakt van genummerde formulieren, die samengevoegd zijn in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit. Indien tegelijkertijd meerdere inbreuken ten laste van een zelfde overtreder worden vastgesteld, moeten deze op een zelfde formulier worden vermeld.
Voor het toepassen van de procedure van inning mag het formulier worden vervangen door een proces-verbaal indien de som niet werd geïnd op het ogenblik van de vaststelling van de overtreding.
§2. De betaling kan op de volgende manier geschieden :
1. Betaling in geld
1.1. De betaling in geld is slechts van toepassing op personen die geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben. Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan :
1.2. De som wordt betaald in euro met bankbiljetten en, in voorkomend geval, met munten van 1 of 2 euro.
2. Betaling met bank- of kredietkaart
2.1. De betaling met een bank- of kredietkaart is van toepassing op personen die al dan niet een woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben.
Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan :
2.2. De te innen som wordt steeds uitgedrukt in euro.
3. Betaling met overschrijving
3.1. De betaling met overschrijving is slechts van toepassing op personen die een woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben.
Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan :
3.2. Een document met de betalingsmodaliteiten wordt aan de overtreder overhandigd of gestuurd.
In het geval voorzien in 3.1, wordt de gestructureerde mededeling op het overschrijvingsformulier hernomen op het formulier.
3.3. De betaling met overschrijving wordt uitgevoerd binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de in 3.2 bedoelde afgifte of de verzending van het document.
3.4. De gestructureerde mededeling wordt vermeld in de mededeling van de overschrijving.
De datum van betaling door de bankinstelling dient als bewijs van de datum van betaling.
3.5. (Opgeheven)
3.6. De te innen som wordt steeds uitgedrukt in euro.
§3. De overtreder mag slechts van één betalingswijze toepassing maken.
§1. Indien de overtreder geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft en de voorgestelde som niet onmiddellijk betaalt, is de per inbreuk in consignatie te geven som dezelfde als de te innen som.
Het totaal van de ter plaatse te consigneren sommen mag ten laste van een zelfde overtreder 2.750 EUR niet overschrijden. Dit totaal bedraagt 5.500 EUR voor de inbreuken vermeld in de punten a11, a12, a14, a15, a16, a17, d4, d20, d21, e11, e14, f10, f11, g6, g7, h7, h8, i4 en i5 van bijlage 1.
§2. In geval van consignatie van een som wordt gebruik gemaakt van genummerde formulieren die samengevoegd zijn in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model van bijlage 2 bij dit besluit. Indien tegelijkertijd meerdere overtredingen ten laste van een zelfde overtreder worden vastgesteld, moeten deze op een zelfde formulier worden vermeld.
§3. De procedure voorzien in artikel 5, § 2, 1 en 2, is van toepassing in geval van consignatie van een som.
Wanneer een formulier voor inning of consignatie van een som ongeldig moet worden gemaakt, constateert de ambtenaar, die er houder van is, het ongeldig maken door middel van een gedagtekende en ondertekende vermelding op alle stroken van het formulier.
De overeenkomstig de artikelen 2, 3 en 6 in geld geïnde of geconsigneerde sommen worden minstens eenmaal om de twee weken gestort op de postrekening van een rekenplichtige van de administratie die bevoegd is voor de belasting over de toegevoegde waarde.
Alle bescheiden betreffende de inning of de consignatie van een som worden gedurende vijf jaar bewaard in de kantoren waartoe het in artikel 1 bedoelde personeel behoort.
In het koninklijk besluit van 10 juni 1985 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° een artikel 2bis wordt ingevoegd, luidend als volgt :
" Art. 2bis Voor de inning en de consignatie van een som wordt gebruik gemaakt van genummerde formulieren, die samengevoegd zijn in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model van bijlage 2 tot het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg. Indien tegelijkertijd verschillende overtredingen ten laste van een weggebruiker worden vastgesteld, noteert de bevoegde agent alle overtredingen op een zelfde formulier. ";
2° in artikel 5 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : " § 1. Voor de betaling met zegels wordt het bedrag dat op strook C1 van het formulier is vermeld, voldaan door op de voorziene plaats op strook C2/C3 van het formulier zegels te plakken die hiervoor uitgegeven worden door het Ministerie van Financiën, inzonderheid door de administratie die bevoegd is voor de belasting over de toegevoegde waarde. Deze zegels worden verkocht in de ontvangkantoren van genoemde administratie en in de postkantoren. De Minister van Financiën of zijn afgevaardigde kan eveneens toelating geven aan andere openbare of private instellingen deze zegels te verkopen onder de voorwaarden die hij bepaalt. ";
b) in § 2 worden in het eerste lid de woorden " de stroken A en B van het bericht van vaststelling " vervangen door de woorden " stroken C1 en C2/C3 van het formulier " en in het tweede lid worden de woorden " strook A van het bericht van vaststelling " vervangen door de woorden " strook C2 van het formulier ";
c) in § 3 worden in het eerste en tweede lid de woorden " de stroken A en B van het bericht van vaststelling " vervangen door de woorden " stroken C1 en C2/C3 van het formulier " en in het derde lid worden de woorden " strook A van het bericht van vaststelling " vervangen door de woorden " strook C2 van het formulier ";
d) in § 4 worden de woorden " het bericht van vaststelling " vervangen door de woorden " stroken C1 en C2/C3 van het formulier ";
e) in § 5 worden in het eerste lid de woorden " strook B van de stam en strook A van het bericht van vaststelling " vervangen door de woorden " strook A en strook C2 van het formulier " en in het tweede lid worden de woorden " strook B van de stam " vervangen door de woorden " strook A van het formulier ";
3° artikel 6 wordt vervangen door de volgende bepalingen :
" Art. 6. § 1. Voor de betaling in geld vult de bevoegde agent de stroken A, B en C1 van het formulier in, waarvan:
- strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie van de politierechtbank;
- strook B aan het boekje gehecht blijft;
- strook C1 onmiddellijk aan de overtreder wordt afgegeven.
§ 2. Indien de overtreder de som niet kan betalen met een specie die gangbaar is in Belgie¨, kan als volgt worden betaald:
4° in artikel 7 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 2. Artikel 6 is van toepassing in geval van consignatie van een som. ";
b) de §§ 3 en 4 worden geschrapt;
5° artikel 8 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 8. Wanneer een formulier voor inning of consignatie van een som ongeldig moet worden gemaakt, constateert de agent, die er houder van is, het ongeldig maken door middel van een gedagtekende en ondertekende vermelding op alle stroken van het formulier. ";
6° artikel 9 wordt aangevuld met het volgende lid : "De Minister van Financiën bepaalt de modaliteiten voor de betaling door middel van kredietkaarten. ";
7° de bijlagen worden opgeheven.
In het koninklijk besluit van 24 maart 1997 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige overtredingen inzake het vervoer over de weg van gevaarlijke goederen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in artikel 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. Voor de inning van een som wordt gebruik gemaakt van genummerde formulieren, die samengevoegd zijn in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model van bijlage 2 tot het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg. Indien tegelijkertijd verschillende overtredingen ten laste van een zelfde overtreder worden vastgesteld, noteert de bevoegde agent alle overtredingen op een zelfde formulier. ";
b) § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 2. De bevoegde ambtenaar vult de stroken A, B en C1 van het formulier in, waarvan :
- strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie van de bevoegde politierechtbank;
- strook B aan het boekje gehecht blijft;
- strook C1 onmiddellijk aan de overtreder wordt afgegeven. ";
c) § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 3. Indien de overtreder de som niet kan betalen met een specie die gangbaar is in België, kan als volgt worden betaald:
2° in artikel 5 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. Indien de overtreder geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft en de voorgestelde som niet onmiddellijk betaalt, is de per overtreding in consignatie te geven som dezelfde als de te innen som.
Het totaal van de ter plaatse te consigneren sommen ten laste van een zelfde overtreder mag 100.000 BEF (2.478,94 EUR) niet overschrijden.
De totaal ter plaatse te consigneren som wordt met een forfaitaire som van 3.000 BEF (74,37 EUR) verhoogd als waarborg voor de eventueel te betalen gerechtskosten. ";
b) § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 2. Voor de consignatie van een som wordt gebruik gemaakt van genummerde formulieren die samengevoegd zijn in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model van bijlage 2 tot het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg. Indien tegelijkertijd verschillende overtredingen ten laste van een zelfde overtreder worden vastgesteld, noteert de bevoegde agent alle overtredingen op een zelfde formulier. ";
c) § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 3. De bevoegde ambtenaar vult de stroken A, B en C1 van het formulier in, waarvan :
- strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie van de bevoegde politierechtbank;
- strook B aan het boekje gehecht blijft;
- strook C1 onmiddellijk aan de overtreder wordt afgegeven. ".
De in dit besluit in euro uitgedrukte bedragen worden rechtstreeks van toepassing op 1 januari 2002.
Het koninklijk besluit van 12 juli 1989 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige overtredingen inzake het vervoer over de weg, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 november 1992, wordt opgeheven.
Dit besluit treedt in werking op 1 september 2000.
Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
(1) Al naargelang het geval wordt in deze rubriek onder “vergunning” verstaan: het voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de nationale (Belgische) vergunning, het voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de communautaire vergunning, het origineel van de vergunning internationaal vervoer (of een daarmee gelijkgesteld document) of het origineel van de cabotagevergunning (of een daarmee gelijkgesteld document).
(2) Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de toegang tot de markt van het internationaal goederenvervoer over de weg.
(3) Wet van 15 juli 2013 betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondememer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96126/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg.
(4) Koninklijk besluit van 22 mei 2014 betreffende het goederenvervoer over de weg.
(5) In deze rubriek wordt onder “vergunning” verstaan: het voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de Belgische nationale vergunning of van de Belgische communautaire vergunning.
(6) De boete wordt gemoduleerd in functie van het percentage van overschrijding van de afmetingen en massa’s (zie tabel in aanhangsel 1).
Percentage waarmee het maximum wordt overschreden | Overschrijding van de maximaal toegelaten massa en de maximale afmetingen t.g.v. de lading | Overschrijding van de maximaal toegelaten massa t.g.v. wijzigingen aangebracht aan het voertuig | Overschrijding van de maximale afmetingen t.g.v. wijzigingen aangebracht aan het voertuig |
tot 5% | 66 € | 90 € | 90 € |
meer dan 5% tot 10% | 330 € | 453 € | 453 € |
meer dan 10% tot 15% | 616 € | 847 € | 847 € |
meer dan 15% tot 20% | 880 € | 1.210 € | 1.210 € |
meer dan 20% tot 30% | 1.100 € | 1.512 € | 1.512 € |
meer dan 30% tot 40% | 1.232 € | 1.694 € | 1.694 € |
meer dan 40% | 1.364 € | 1.875 € | 1.875 € |
Percentage waarmee het maximum wordt overschreden | Overschrijding van de maximaal toegelaten massa en de maximale afmetingen t.g.v. de lading |
tot 5% | 66 € |
meer dan 5% tot 10% | 330 € |
meer dan 10% tot 15% | 616 € |
meer dan 15% tot 20% | 880 € |
meer dan 20% tot 30% | 1.100 € |
meer dan 30% tot 40% | 1.232 € |
meer dan 40% | 1.364 € |
(Opgeheven)
(Opgeheven)
(Opgeheven)
Minder dan 3 uren (1) (EUR) | Van 3 uren tot minder dan 5 uren (1) (EUR) |
Van 5 uren tot minder dan 7 uren (1) (EUR) |
Van 7 uren tot minder dan 9 uren (1) (EUR) |
9 uren of meer (EUR) |
|
1 uur of minder (2) | 132 | 110 | 88 | 66 | 44 |
meer dan 1 uur tot 2 uren (2) | 198 | 170 | 143 | 115 | 88 |
meer dan 2 uren tot 3 uren (2) | 330 | 286 | 242 | 198 | 154 |
meer dan 3 uren tot 5 uren (2) | 495 | 418 | 341 | 264 | 187 |
meer dan 5 uren tot 8 uren (2) | 968 | 825 | 682 | 550 | 418 |
meer dan 8 uren tot 12 uren (2) | 1.452 | 1.243 | 1.034 | 825 | 616 |
meer dan 12 uren (2) | 1.760 | 1.496 | 1.232 | 1.001 | 770 |
(1) De langste periode van ononderbroken rusttijd in de beschouwde periode van dagelijkse rijtijd.
(2) Het aantal uren dagelijkse rijtijd waarmee de toegelaten dagelijkse rijtijd (9 of 10 uren) wordt overschreden.
Geen onderbreking van minstens 15 minuten (1) (EUR) | Van 15 minuten tot minder dan 30 minuten (1) (EUR) | Van 30 minuten tot minder dan 45 minuten (1) (EUR) | |
15 minuten of minder (2) | 44 | 33 | 22 |
meer dan 15 minuten tot 30 minuten (2) | 88 | 66 | 44 |
meer dan 30 minuten tot 1 uur (2) | 132 | 99 | 66 |
meer dan 1 uur tot 2 uren (2) | 264 | 198 | 132 |
meer dan 2 uren tot 3 uren (2) | 440 | 330 | 220 |
meer dan 3 uren tot 5 uren (2) | 660 | 495 | 330 |
meer dan 5 uren tot 8 uren (2) | 1.452 | 968 | 660 |
meer dan 8 uren (2) | 2.200 | 1.606 | 1.100 |
(1) Duur van de langste aaneengesloten onderbreking tijdens de beschouwde rijtijd. Een onderbreking van minder dan 15 minuten wordt niet in aanmerking genomen.
(2) De rijtijd waarmee de toegelaten ononderbroken rijtijd (4 u. 30) wordt overschreden.
(Opgeheven)
Inbreuk | Reglementering | Te innen som | |
1. | Het controleapparaat in het voertuig is niet conform de reglementering (installatie of herstelling door niet-erkende installateur of werkplaats, afwezige of onregelmatige verzegelingen, afwezig of ongeldig installatieplaatje). | - Verordening (EU) 165/2014, art. 1.1 en 22.1 - K.B. van ... (1), art. 4, 26, 27. - AETR, art. 10 en art. 9 van de bijlage. |
1320 EUR |
2. | Ten gevolge van slechte montage is de verzegeling losgekomen (verbroken), zonder dat dit afbreuk doet aan de goede werking van het apparaat. | - Verordening (EU) 165/2014, art. 1. - KB van ..., art. 26. - AETR, art. 10 |
55 EUR |
3. | Ondanks een verschil tussen de bandenmaat en de gegevens op het installatieplaatje, stemt de wielomtrek overeen met de gegevens op het installatieplaatje. | - Verordening (EU) 165/2014, art. 1 en 23. - KB van ..., art. 26 en 27. - AETR, art. 10. |
55 EUR |
(1) Koninklijk besluit van 17 oktober 2016 inzake de tachograaf en de rij- en rusttijden.
(Opgeheven)
(Opgeheven)
(Opgeheven)
Inbreuk | Reglementering | Te innen som | |
1.1 | Tijdens het verrichten van een ongeregeld vervoer of van een internationaal geregeld vervoer bevindt er zich geen voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de communautaire vergunning in het voertuig en het bestaan ervan kan niet onmiddellijk worden aangetoond of vastgesteld in het eRegister van wegvervoersondernemingen. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 4 en 19; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 4; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 9. |
990 € |
1.2 | Tijdens het verrichten van een ongeregeld vervoer of van een internationaal geregeld vervoer is het voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de Belgische communautaire vergunning ongeldig omdat de kentekenplaat van het voertuig niet is opgenomen in het eRegister van wegvervoersondernemingen. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 4 en 19; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 12, § 1, 4°. |
990 € |
1.3 | Tijdens het verrichten van een ongeregeld vervoer bevindt er zich geen geldig reisblad (noch het document dat het reisblad vervangt bij nationaal ongeregeld vervoer) in het voertuig en het bestaan ervan kan niet onmiddellijk worden aangetoond. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 12 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 1, 2, 6 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 2 en 9. |
990 € |
1.4 | Tijdens het verrichten van ongeregeld vervoer bevindt zich in het voertuig een reisblad waarop niet de in artikel 12.3 van verordening nr. 1073/2009 genoemde minimale gegevens worden vermeld. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 12 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 1, 2, 6 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 2 en 9. |
990 € |
1.5 | Tijdens het verrichten van ongeregeld vervoer bevindt zich in het voertuig een reisblad waarop andere dan de in artikel 12.3 van verordening (EG) nr. 1073/2009 genoemde minimale gegevens ontbreken (kentekenplaat voertuig, naam bestuurder(s), aantal passagiers). | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 12 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 1, 2, 6 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 2 en 9. |
55 € |
1.6 | Tijdens het verrichten van een internationaal geregeld vervoer bevindt zich geen vergunning voor internationaal geregeld vervoer in het voertuig en het bestaan ervan kan niet onmiddellijk worden aangetoond. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 5, 6 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 8 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 4 en 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 5 en 9. |
990 € |
1.7 | Tijdens het verrichten van de onder de punten 1.1 tot 1.4 en 1.6 vermelde vervoerdiensten bevindt er zich geen voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de communautaire vergunning, reisblad (of het document dat het reisblad vervangt bij nationaal ongeregeld vervoer) of vergunning voor internationaal geregeld vervoer in het voertuig maar het bestaan van het document wordt onmiddellijk aangetoond of vastgesteld in het eRegister van wegvervoersondernemingen. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 4, 5, 12 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 1, 2, 6, 8 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 4 en 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 2, 5 en 9. |
55 € (5) |
Inbreuk | Reglementering | Te innen som | |
2.1 | Tijdens het verrichten van een internationaal ongeregeld vervoer of van een internationaal geregeld vervoer bevindt er zich geen geldig gewaarmerkt afschrift van de communautaire vergunning of soortgelijke Zwitserse vergunning in het voertuig en het bestaan ervan kan niet onmiddellijk worden aangetoond. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 4, 14 en 19. - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 9. |
990 € |
2.2 | Tijdens het verrichten van een internationaal ongeregeld vervoer bevindt er zich geen geldig reisblad in het voertuig en het bestaan ervan kan niet onmiddellijk worden aangetoond. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 12 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 1, 2, 6 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 3 en 9. |
990 € |
2.3 | Tijdens het verrichten van internationaal ongeregeld vervoer bevindt zich in het voertuig een reisblad waarop niet de in artikel 12.3 van verordening (EG) nr. 1073/2009 genoemde minimale gegevens worden vermeld. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 12 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 1, 2, 6 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 3 en 9. |
990 € |
2.4 | Tijdens het verrichten van internationaal ongeregeld vervoer bevindt zich in het voertuig een reisblad waarop andere dan de in artikel 12.3 van verordening (EG) nr. 1073/2009 genoemde minimale gegevens ontbreken (kentekenplaat voertuig, naam bestuurder(s), aantal passagiers). | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 12 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 1, 2, 6 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 3 en 9. |
55 € |
2.5 | Tijdens het verrichten van ongeregeld cabotagevervoer bevindt er zich geen geldig reisblad in het voertuig en het bestaan ervan kan niet onmiddellijk worden aangetoond. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009(1), art. 17; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 3 en 9. |
990 € |
2.6 | Tijdens het verrichten van ongeregeld cabotagevervoer bevindt zich in het voertuig een reisblad waarop niet de in artikel 17.2 van verordening (EG) nr. 1073/2009 genoemde gegevens werden vermeld. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 17; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 3 en 9. |
990 € |
2.7 | Tijdens het verrichten van ongeregeld cabotagevervoer bevindt zich in het voertuig een reisblad waarop andere dan de in artikel 17.2 van verordening (EG) nr. 1073/2009 genoemde gegevens ontbreken (kentekenplaat voertuig, naam bestuurder(s), aantal passagiers). | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 17; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 3 en 9. |
55 € |
2.8 | Tijdens het verrichten van een internationaal geregeld vervoer bevindt er zich geen geldige vergunning voor internationaal geregeld vervoer in het voertuig en het bestaan ervan kan niet onmiddellijk worden aangetoond. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 5, 6 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 8 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 5 en 9. |
990 € |
2.9. | Tijdens het verrichten van internationaal vervoer voor eigen rekening bevindt er zich geen geldig attest in het voertuig en het bestaan ervan kan niet onmiddellijk worden aangetoond. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 5 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 9 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 7 en 9. |
990 € |
2.10 | Tijdens het verrichten van de onder de punten 2.1, 2.2, 2.3, 2.5., 2.6., 2.8 en 2.9 vermelde vervoerdiensten bevindt er zich geen geldig voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de communautaire vergunning, soortgelijke Zwitserse vergunning, vergunning internationaal geregeld vervoer, reisblad of attest in het voertuig, maar het bestaan van het geldig document wordt onmiddellijk aangetoond. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 4, 5, 12, 14, 15, 17 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 1, 2, 6, 8, 9 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 3, 5, 7 en 9. |
55 € (5) |
Inbreuk | Reglementering | Te innen som | |
3.1 | Tijdens het verrichten van een internationaal niet-vrijgesteld ongeregeld vervoer bevindt er zich geen geldige vergunning voor internationaal ongeregeld vervoer in het voertuig en het bestaan ervan kan niet onmiddellijk worden aangetoond. | - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 4 en 9. |
990 € |
3.2 | Tijdens het verrichten van een internationaal geregeld vervoer bevindt er zich geen geldige vergunning voor internationaal geregeld vervoer in het voertuig en het bestaan ervan kan niet onmiddellijk worden aangetoond. | - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 5 en 9. |
990 € |
3.3 | Tijdens het verrichten van een aan vergunning onderworpen internationaal pendelvervoer bevindt er zich geen geldige pendelvervoervergunning in het voertuig en het bestaan ervan kan niet onmiddellijk worden aangetoond. | - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 8 en 9. |
990 € |
3.4 | Tijdens het verrichten van een internationaal vervoer ontbreekt een geldige bilaterale vervoervergunning in het voertuig (in geval dat het betrokken bilateraal akkoord in deze vergunning voorziet). | - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 8 en 9. |
990 € |
3.5 | Het voertuig verricht niet toegelaten cabotagevervoer op Belgisch grondgebied. | - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 8. |
990 € |
3.6 | Tijdens het verrichten van ongeregeld vervoer bevindt er zich geen geldig reisblad in het voertuig en het bestaan ervan kan niet onmiddellijk worden aangetoond. | - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 4, 8 en 9. |
990 € |
3.7 | Tijdens het verrichten van een niet aan vergunning onderworpen internationaal pendelvervoer bevindt er zich geen geldig reisblad in het voertuig en het bestaan ervan kan niet onmiddellijk worden aangetoond. | - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 4, 8 en 9. |
990 € |
3.8 | Tijdens het verrichten van de onder de punten 3.1 tot en met 3.4, 3.6 en 3.7 vermelde vervoerdiensten bevindt er zich geen vergunning of reisblad in het voertuig, maar het bestaan van het document wordt onmiddellijk aangetoond. | - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 4, 5, 8 en 9. |
55 € (5) |
Inbreuk | Reglementering | Te innen som | |
4.1 | Voertuigen aangewend door een in België gevestigde onderneming | ||
4.1.1. | Voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de communautaire vergunning bij ongeregeld of internationaal geregeld vervoer. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 4 en 19; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 4; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 9. |
3.960 € |
4.1.2. | Reisblad bij ongeregeld vervoer (of het document dat het reisblad vervangt bij nationaal ongeregeld vervoer). | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 12 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 1, 2, 6 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 2 en 9. |
3.960 € |
4.1.3. | Vergunning voor internationaal geregeld vervoer. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 5, 6 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 8 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 5 en 9. |
3.960 € |
4.2 | In een andere lidstaat van de EER of in Zwitserland gevestigde ondernemingen. | ||
4.2.1. | Voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de communautaire vergunning of soortgelijke Zwitserse vergunning bij ongeregeld of internationaal geregeld vervoer. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 4, 14 en 19. - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 9. |
3.960 € |
4.2.2. | Vergunning bij internationaal geregeld vervoer of reisblad bij ongeregeld vervoer. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 5, 12, 17 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014, art. 1, 2, 6, 8 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 3, 5 en 9. |
3.960 € |
4.2.3. | Attest in geval van vervoer voor eigen rekening, zoals bedoeld in punt 2.9. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009, art. 5 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 9 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 7 en 9. |
3.960 € |
4.3 | Buiten de EER of Zwitserland gevestigde ondernemingen | ||
4.3.1. | Vergunning of reisblad naargelang de aard van de uitgevoerde diensten, zoals bedoeld in punt 3. | - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 4, 5, 8 en 9. |
3.960 € |
Inbreuk | Reglementering | Te innen som | |
5.1 | Voertuigen aangewend door een in België gevestigde onderneming | ||
5.1.1. | Gewaarmerkt afschrift van de communautaire vergunning bij ongeregeld of internationaal geregeld vervoer. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 4 en 19; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 4; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 9. |
3.960 € |
5.1.2. | Reisblad bij ongeregeld vervoer (of het document dat het reisblad vervangt bij nationaal ongeregeld vervoer). | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 12 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 1, 2, 6 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 2 en 9. |
3.960 € |
5.1.3. | Vergunning bij internationaal geregeld vervoer. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 5, 6 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 8 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 5 en 9. |
3.960 € |
5.2 | In een andere lidstaat van de EER of in Zwitserland gevestigde ondernemingen | ||
5.2.1. | Voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de communautaire vergunning of soortgelijke Zwitserse vergunning bij ongeregeld of internationaal geregeld vervoer. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 4, 14 en 19. - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 9. |
3.960 € |
5.2.2. | Vergunning bij internationaal geregeld vervoer of reisblad bij ongeregeld vervoer. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 5, 12, 17 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 1, 2, 6, 8 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 3, 5 en 9. |
3.960 € |
5.2.3. | Attest in geval van vervoer voor eigen rekening, zoals bedoeld in punt 2.9. | - Verordening (EG) nr. 1073/2009 (1), art. 5 en 19; - Verordening (EU) nr. 361/2014 (4), art. 9 en 11; - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 7 en 9. |
3.960 € |
5.3 | Buiten de EER of Zwitserland gevestigde ondernemingen | ||
5.3.1. | Vergunning of reisblad naargelang de aard van de uitgevoerde diensten, zoals bedoeld in punt 3. | - Wet van 15 juli 2013 (2), art. 6; - K.B. van 22 mei 2014 (3), art. 4, 5, 8 en 9. |
3.960 € |
(1) Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006.
(2) Wet van 15 juli 2013 betreffende het reizigersvervoer over de weg en houdende uitvoering van de verordening (EG) nr. 1071/2009 van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van verordening (EG) nr. 561/2006.
(3) Koninklijk besluit van 22 mei 2014 betreffende het reizigersvervoer over de weg.
(4) Verordening (EU) nr. 361/2014 van de Commissie van 9 april 2014 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad aangaande de documenten voor het internationale personenvervoer met touringcars en autobussen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2121/98 van de Commissie.
(5) Per afwezig document.