Dit besluit bepaalt de voorwaarden waaronder aan de gebruikers van langere en zwaardere slepen vergunning wordt verleend om deze combinaties in het verkeer te brengen in het kader van proefprojecten.
§ 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° « het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer » :
het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
2° « het technisch reglement van de motorvoertuigen » :
het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;
3° « een langere en zwaardere sleep » :
een sleep, die wegens zijn samenstelling de grenzen inzake massa of afmetingen overschrijdt, die zijn bepaald in de reglementen vermeld onder 1° en 2°, ook LZV genoemd;
4° « de minister » :
de Minister tot wiens bevoegdheid het Wegverkeer behoort;
5° « de gemachtigde ambtenaar » :
de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid, of in geval van verhindering, zijn gemachtigde;
6° « proefproject » :
project georganiseerd door één of meerdere Gewesten met betrekking tot de vervoersactiviteit van goederen uitgevoerd voor eigen rekening of voor rekening van derden, door een onderneming, die bij wijze van proef langere en zwaardere slepen gebruikt;
§ 2. De niet-gedefinieerde begrippen in dit besluit die worden gebruikt om auto's, hun aanhangwagens of hun kenmerken aan te duiden, moeten overeenkomstig hun definities in het technisch reglement van de motorvoertuigen begrepen worden.
§ 1. Het in het verkeer brengen van langere en zwaardere slepen mag gebeuren in het kader van een proefproject, mits een voorafgaande schriftelijke vergunning van de minister of de gemachtigde ambtenaar.
De vergunning met een geldigheidsduur van twee jaar is na evaluatie eenmaal vernieuwbaar.
§ 2. In geval van een verkeersongeval in het kader van een proefproject of van het niet naleven van de bepalingen van dit besluit, kan de Minister of de gemachtigde ambtenaar de vergunning intrekken.
De bestuurder van een langere en zwaardere sleep dient :
a) sedert ten minste 5 jaar houder te zijn van een rijbewijs van categorie C+E;
b) te beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in artikel 6, 3°, d) van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.
Om in het verkeer te kunnen worden gebracht in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit, mag een langere en zwaardere sleep de lengte van 25,25 meter en de maximale massa van 60 ton niet overschrijden.
De voorschriften van het technisch reglement van de motorvoertuigen zijn erop van toepassing, behalve voor de specifiek in de bijlage bij dit besluit geregelde maatregelen.
Onverminderd de voorschriften van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer geldt :
1° Het verkeer van langere en zwaardere slepen is verboden bij ijzel en sneeuw en bij weersomstandigheden die het zicht beperken tot minder dan 200 meter. Indien deze weersomstandigheden zich voordoen tijdens het transport, dient de bestuurder, om zijn weg verder te zetten, de sleep te ontbinden, op een plaats die dit toelaat en zonder de veiligheid van de andere weggebruikers in het gedrang te brengen;
2° De langere en zwaardere slepen mogen de voertuigen die meer dan 50 km/u. rijden niet inhalen;
3° In geval van incident of obstakel waardoor de toegestane reisweg niet langer kan gevolgd worden, dient de bestuurder, om zijn weg verder te zetten, de sleep te ontbinden, op een plaats die dit toelaat en zonder daarbij de veiligheid van de andere weggebruikers in het gedrang te brengen.
Teneinde de uitreiking toe te laten van de vergunning vermeld in artikel 3, stuurt de onderneming een aanvraag aan de gemachtigde ambtenaar.
De aanvraag vermeldt verplicht de volgende informatie :
a) de identificatiegegevens van de onderneming, met inbegrip van haar ondernemingsnummer;
b) de identificatiegegevens van de betrokken langere en zwaardere sleep (slepen) - chassisnummers en inschrijvingsnummers, evenals de massa's en afmetingen en het type van de combinaties.
De aanvrager dient alle informatie nodig voor het onderzoek van het dossier aan de gemachtigde ambtenaar te verstrekken. Deze laatste moet de betrokken slepen kunnen onderzoeken en alle nodige nazichten kunnen uitvoeren.
De onderneming, titularis van de vergunning vermeld in artikel 3, dient tevens alle bijkomende vragen om uitleg betreffende de proefprojecten, die door de gedelegeerde ambtenaar aan hem worden gericht, te beantwoorden.
Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2012 en treedt buiten werking op 28 februari 2018. Op deze laatste datum, zijn de afgeleverde vergunningen niet meer geldig.
De Minister bevoegd voor het Wegverkeer is belast met de uitvoering van dit besluit.
§ 1. Bestuurdersruimte
Het stuur van het trekkende voertuig dient zich aan de linkerzijde te bevinden.
§ 2. Lengte
De totale lengte van de sleep mag niet meer bedragen dan 25,25 meter met inbegrip van de lading.
Een combinatie van een oplegger met een dolly wordt beschouwd als aanhangwagen voor zover de lengte ervan 13,60 m niet overschrijdt, dissel van de dolly niet inbegrepen. Een tolerantie van 1 % wordt aanvaard.
§ 3. Massa
De totale maximale massa van de sleep wordt op 60 ton gebracht voor zover het proces-verbaal van goedkeuring van het trekkend voertuig een dergelijke massa vermeldt voor de sleep.
In geval van een voertuigcombinatie bestaande uit een motorvoertuig + aanhangwagen + aanhangwagen, dient de massa van de combinatie van de vrachtwagen en de eerste aanhangwagen te voldoen aan de maximale massa's overeenkomstig artikel 32bis van het technisch reglement van de motorvoertuigen.
De totale massa van de sleep mag niet hoger zijn dan vijf keer de maximale goedgekeurde massa van de as of de motoras(sen) in afwijking van artikel 32bis, 1.4.1.2. van het technisch reglement van motorvoertuigen.
§ 4. Categorieën van elementen en motor
De trekkers van aanhangwagens of opleggers zijn van categorie N3, gedekt door een proces-verbaal van goedkeuring afgegeven door een lidstaat van de Europese Unie, en voldoen aan de minimale milieucategorie EURO V, overeenkomstig het koninklijk besluit van 26 februari 1981 houdende uitvoering van de Richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheids-onderdelen, of overeenkomstig het reglement nr 49 ECE.
De motor heeft een minimale kracht van 5 kW per ton.
De aanhangwagens en opleggers zijn voertuigen van de categorie 03 of 04, gedekt door een proces-verbaal van goedkeuring afgegeven door een lidstaat van de Europese Unie.
Het gebruik van de cruise control is verboden behalve als het over een intelligente cruise control gaat.
§ 5. Samenstelling
De slepen mogen over maximaal twee draaipunten beschikken.
De voertuigen van de sleep moeten afzonderlijk kunnen gebruikt worden in de normale toegelaten combinaties.
§ 6. Mogelijke voertuigcombinaties met toegestane asconfiguraties
§ 7. Lading
De totale ruimte gereserveerd voor de lading dient ten minste 18 meter lang te zijn.
Voor het vervoer van containers is het toegelaten een maximale lading gelijk aan 3 containers TEU (Twenty Feet Equivalent Unit, die de standaard meting is voor de ISO-containers) te vervoeren. Het vervoer van 45 voet containers is niet toegelaten.
Het is tevens verboden om gevaarlijke goederen of vloeistoffen in tanks te vervoeren, zoals ook ondeelbare voorwerpen in de zin van het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen. Het vervoer van levende dieren is verboden.
§ 8. Remmen
Het remsysteem dient conform te zijn aan het reglement nr. 13 ECE, met inbegrip van zijn wijzigingen.
De systemen EBS (Electronic Braking System) en ESC (Electronic Stability Control) of RSS (Rolling Stability System) zijn verplicht voor deze slepen. De calculator en de modulator van EBS reageren onmiddellijk in functie van de ladingsgraad van de voertuigen.
Gezien de lengte van de sleep langer is en de massa zwaarder dan de voertuigen die dimensies en massa's hebben overeenkomstig het koninklijk besluit van 26 februari 1981 houdende uitvoering van de Richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen en het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 houdende uitvoering van de Richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen, hun onderdelen en technische eenheden alsook hun veiligheidstoebehoren, dient men erover te waken dat de responstijden van de remcircuits voldoen aan voornoemde koninklijke besluiten inzake remmen, door de eventuele plaatsing van bijkomende tussenkleppen op de voertuigen.
De harmonisering van het remsysteem van de sleep moet worden verzekerd.
De voertuigen moeten overigens over een remcircuit beschikken met remschijven of trommels en dienen uitgerust te zijn, op iedere as, met de technologie van de pneumatische ophangingen en/of niet-luchtgeveerde ophangingen die aan de eisen van bijlage 14, artikel 1 van het technisch reglement van de motorvoertuigen beantwoorden.
Bijgevolg dient een proces-verbaal van test of een remcertificaat, afgeleverd door een erkend technisch laboratorium, te worden voorgelegd dat bewijst dat de sleep een stabiel weggedrag heeft in alle omstandigheden, het remmen inbegrepen.
§ 9. Markeringen
De sleep dient te worden uitgerust met retro-reflecterende markeringen overeenkomstig de voorschriften van artikel 28, § 5, van het technisch reglement van de motorvoertuigen.
Hij moet eveneens uitgerust worden van aanvullende achterkantsignalisatie zoals voorzien in artikel 28, § 4 van het technisch reglement van de motorvoertuigen.
De installatie van de verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen dient te voldoen aan de voorschriften van reglement nr. 48 ECE.
Aan de achterkant van de sleep, een waarschuwingsbord, gelijkvormig aan bijlage 11, appendix XIII van het technisch reglement van de motorvoertuigen, zal in zwarte tekst met een hoogte van 12 cm vermelden « LET OP : 25.25 METER ».
§ 10. Bestuurbaarheid en draaicirkel
Er wordt afgeweken van artikel 32bis punt 3.3. van het technisch reglement van de motorvoertuigen, met betrekking tot de bestuurbaarheid en de draaicirkel. In plaats van een cirkel begrepen tussen 5,3 m en 12,5 m, zullen de waarden respectievelijk 6,5 m en 14,5 m bedragen.
§ 11. Brandstofverbruik
De sleep dient uitgerust te worden met een brandstofverbruikmeter of een boordcomputer die toelaat om het brandstofverbruik tot op 1/10 liter nauwkeurig te meten.