HOOFDSTUK I. — Principes

Artikel 1. Algemeen

Dit besluit strekt tot gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2014/ 45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de periodieke technische keuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en tot intrekking van richtlijn 2009/40/EG.

Art. 2. Toepassingsgebied

§ 1. Motorfietsen, gemotoriseerde driewielers en gemotoriseerde vierwielers die onder dekking van een Belgische kentekenplaat of met het oog op zulke inschrijving in het verkeer worden gebracht, en die aan een van de volgende kenmerken voldoen:

1) uitgerust zijn met een verbrandingsmotor met een cilinderinhoud van meer dan 125 cm³ of;

2) uitgerust zijn met een elektrische of hybride motor(en):

- met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 45 km/h - of met een nominaal continu vermogen van meer dan 11 kW;

§ 2. Op bromfietsen alsmede op andere dan de in § 1 bedoelde motorfietsen, gemotoriseerde driewielers en vierwielers zijn uitsluitend de artikelen 1 tot en met 5, artikel 6, § 1, lid 1, en de artikelen 10 tot en met 14 van toepassing.

§ 3. De volgende voertuigen zijn vrijgesteld van technische controle:

1) Politievoertuigen;

2) Voertuigen die aan het verkeer deelnemen onder dekking van een testplaat en een geldig kentekenbewijs overeenkomstig de geldende voorschriften;

3) Voertuigen die zijn ontworpen, gebouwd en geregistreerd voor gebruik door het leger.

Art. 3. Definities

Voor de toepassing van dit besluit wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:

1° ″de richtlijn″: richtlijn 2014/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de periodieke technische keuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en tot intrekking van richtlijn 2009/40/EG;

2° ″lidstaten″: de lidstaten van de Europese Unie;

3° ″bevoegde autoriteit″: de Brusselse minister bevoegd voor de Verkeersveiligheid of zijn afgevaardigde;

4° ″erkend agent″: de personen bedoeld in artikel 36 van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 betreffende het algemeen reglement inzake de technische voorwaarden waaraan bromfietsen en motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen;

5° ″voertuig″: elk motorvoertuig op twee wielen, al dan niet met zijspanwagen, alsmede elke driewieler of vierwieler als bedoeld in dit besluit;

6° ″bedrijfsvoertuig″: elk voertuig van de categorieën L2e-U, L5e-B, L6e-BU, en L7e-CU dat uitsluitend is ontworpen voor het vervoer van goederen;

7° ″bromfiets″: elk voertuig bedoeld in artikel 1, § 1, punt 1, van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende de technische voorwaarden waaraan bromfietsen en motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen;

8° ″motorfiets″: elk voertuig bedoeld in artikel 1, § 1, punt 2 en 2 bis, van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende de technische eisen waaraan de bromfietsen, motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen;

9° ″driewieler met motor″: elk voertuig bedoeld in artikel 1, § 1, punt 3, van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende de technische eisen waaraan de bromfietsen, motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen;

10° ″vierwieler″: elk voertuig bedoeld in artikel 1, § 1, punt 4, van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende de technische eisen waaraan de bromfietsen, motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen;

11° ″in een Lidstaat ingeschreven voertuig″: een voertuig dat in een Lidstaat van de Europese Unie is ingeschreven of in het verkeer is gebracht;

12° ″houder″: de natuurlijke of rechtspersoon op wiens naam het voertuig is ingeschreven;

13° ″gebreken″: technische gebreken en andere gevallen van onregelmatigheden die bij een technische controle worden vastgesteld;

14° ″kleine gebreken″: gebreken die geen belangrijke gevolgen hebben voor de veiligheid van het voertuig of het milieu en andere kleine anomalieën;

15° ″grote gebreken″: gebreken die de veiligheid van het voertuig in gevaar kunnen brengen, een negatieve invloed op het milieu kunnen hebben of andere weggebruikers in gevaar kunnen brengen, en andere, meer significante gebreken;

16° ″gevaarlijke gebreken″: gebreken die een direct en onmiddellijk gevaar vormen voor de verkeersveiligheid of die gevolgen hebben voor het milieu en die rechtvaardigen dat een lidstaat of zijn bevoegde instanties het gebruik van het voertuig op de openbare weg kunnen verbieden;

17° ″erkende instellingen voor technische controle″: elke instelling die is erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen;

18° “keuringscentrum”: het centrum voor technische keuring van een erkende instelling voor technische keuring;

19° ″keuringsbewijs″: een door de bevoegde autoriteit of door een erkende instantie afgegeven keuringsrapport dat de resultaten van de technische keuring bevat;

20° ″inschrijving″: de administratieve vergunning voor het in het verkeer brengen van een voertuig, die de identificatie van het voertuig en de toekenning van een volgnummer, ″inschrijvingsnummer″ genoemd, op permanente, tijdelijke of kortstondige basis inhoudt;

21° ″datum van eerste ingebruikneming″: het tijdstip waarop het voertuig in nieuwe staat voor de eerste maal wordt gebruikt;

22° ″datum van eerste ingebruikneming in België″: het tijdstip waarop het voertuig in België voor het eerst als nieuw voertuig of als ingevoerd gebruikt voertuig in gebruik wordt genomen;

23° ″datum van herinschrijving in België″:

a) het ogenblik waarop het voertuig opnieuw in België wordt gebruikt na een verandering van eigenaar of

b) het ogenblik waarop het voertuig, dat slechts tijdelijk in België was ingeschreven, opnieuw in het verkeer wordt gebracht onder een niet tijdelijk Belgisch kentekenplaat;

24° ″reglementaire bepalingen″: de bepalingen zoals opgenomen in het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende de technische eisen waaraan de bromfietsen, motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen.

Art. 4. Technische keuring

§ 1. De in artikel 2, §§1 en 2, genoemde voertuigen die in het verkeer worden gebracht, worden gecontroleerd om na te gaan of zij voldoen aan de regelgeving die erop van toepassing is.

§ 2. De keuringen worden uitgevoerd door de technische keuringsinstanties die erkend zijn overeenkomstig het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen.

§ 3. Tenzij anders bepaald, omvatten de uit te voeren controles de in bijlage 1 vermelde controles en de aanvullende controles waarin in een specifieke verordeningen is voorzien.

De bevoegde autoriteit bepaalt de bijzonderheden van de verschillende uit te voeren controles.

§ 4. Het voertuig wordt op initiatief van de titularis aangeboden in een van de centra voor technische controle van de organen die zijn erkend voor het uitvoeren van de controle op voertuigen van categorie L.

Alle herkeuringen vinden plaats in het technisch inspectiecentrum waar de volledige inspectie heeft plaatsgevonden.

§ 5. De voertuigen moeten in een dermate schone staat bevinden dat de inspectie van de elementen niet wordt gehinderd.

De keuring wordt stopgezet wanneer brandstoflekken worden ontdekt.

De persoon die het voertuig voor de technische keuring aanbiedt, moet de instructies opvolgen die hem worden gegeven om de keuring van zijn voertuig mogelijk te maken.

§ 6. Ter gelegenheid van de in artikel 5 van dit besluit bedoelde controles en voor zover het voertuig daarvan moet zijn voorzien, moet degene die het voertuig voor de technische keuring aanbiedt:

1° het laatste keuringsbewijs aan de erkende instantie overhandigen;

2° de volgende documenten voorleggen:

a) het laatste inschrijvingsbewijs;

b) het uittreksel uit het goedkeuringsrapport, het Europees certificaat van overeenstemming of het certificaat van overeenstemming, het validatiecertificaat of wat daarvoor in de plaats komt;

Voor ingevoerde voertuigen die eerder in een andere lidstaat van de Europese economische ruimte zijn geregistreerd, hoeft echter geen Europees certificaat van overeenstemming (alleen COC) te worden overgelegd. Indien het kentekenbewijs van dergelijke voertuigen onleesbaar of onvolledig is overeenkomstig bijlage 1 bij dichtlijn 1999/37/EG van de Raad van 29 april 1999 inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen, zoals gewijzigd bij Verordening 2014/46/ EU, kan om het Europees certificaat van overeenstemming worden verzocht. Het ontbreken van een Europees certificaat van overeenstemming leidt echter niet tot een tekortkoming;

c) het document ″visuele controle van het voertuig″, indien een visuele controle is uitgevoerd;

d) het verzekeringsbewijs, op papier of in digitale vorm, dat is afgegeven krachtens de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen.

HOOFDSTUK II. — Keuringen

Art. 5. Categorieën van keuringen en inhoud

§ 1. De in artikel 4 bedoelde keuringen worden onderverdeeld in volledige keuringen en gedeeltelijke keuringen.

Tenzij anders bepaald, hebben de controles ten minste betrekking op de in bijlage 1 vermelde punten.

§ 2. Volledige controles bestaan uit het controleren:

a) De identificatie van het voertuig waarbij wordt gecontroleerd:

1. het chassisnummer;

2. het inschrijvingsbewijs;

3. het certificaat van overeenstemming, het Europees certificaat van overeenstemming (COC), het validatiecertificaat of het individuele goedkeuringscertificaat of wat daarvoor in de plaats komt;

b) De technische staat van het voertuig, om na te gaan of het voldoet aan de geldende veiligheids- en milieunormen.

§ 3. Gedeeltelijke controles zijn onderverdeeld in:

a) administratieve controles, die alleen betrekking hebben op de verificatie van:

- het kentekenbewijs;

- het uittreksel uit het goedkeuringscertificaat, het certificaat van overeenstemming of het Europees certificaat van overeenstemming (COC), met het oog op de validering van een aanvraag tot inschrijving van een gebruikt voertuig;

b) administratieve herkeuringen, d.w.z. gedeeltelijke herkeuringen die alleen betrekking hebben op de verificatie van:

- het chassisnummer en het identificatieplaatje, of - alleen documenten, zonder dat het voertuig vertegenwoordigd is;

c) technische inspecties, d.w.z. alle andere gedeeltelijke technische inspecties.

§ 4. Alle herkeuringen, behalve die zonder het voertuig, moeten vergezeld gaan van een identificatiecontrole.

§ 5. Tijdens een inspectie wordt ook nagegaan of het voertuig voldoet aan de bepalingen van de wetgeving en aan de bepalingen van dit besluit.

Art. 6. Volledige controle

§ 1. De volledige controles zijn verplicht:

1° op ieder verzoek van een bevoegd ambtenaar;

2° vóór de datum van het opnieuw in het verkeer brengen, hetzij op naam van dezelfde titularis, hetzij op naam van een nieuwe titularis, van elk voertuig:

a) waarvan het keuringsbewijs door een bevoegde ambtenaar is ingetrokken, wanneer een overtreding van de voorschriften is vastgesteld;

b) dat een wijziging of aanpassing met betrekking tot het chassis of de uitrusting heeft ondergaan, waardoor de technische kenmerken van het voertuig zijn veranderd;

c) waarvan het ingeslagen chassisnummer verduidelijkt, uitgewist of gewijzigd werd;

of

d) dat ten gevolge van een ongeval schade aan het chassis, de stuurinrichting, de ophanging of het remsysteem heeft opgelopen, dan wel total loss is;

Deze controle omvat de volledige keuring voor alle voertuigen en daarnaast een specifieke keuring na ongeval voor de voertuigen die onder punt d) vallen.

3° alvorens voertuigen op naam van een andere titularis te registreren.

Echter, indien de toekomstige titularis de echtgenoot, de wettelijk samenwonende partner of de persoon is met wie de vorige titularis een feitelijk gezin vormt, of een van hun kinderen:

- Is er geen controle nodig in geval van overdracht van de kentekenplaat van het Europees formaat op naam van de nieuwe titularis;

- Een administratieve controle is noodzakelijk wanneer de kentekenplaat niet op naam van de nieuwe titularis wordt overgeschreven of wanneer de kentekenplaat niet van het Europese type is, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 21 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen.

De samenwoning van de eerdere houder en de persoon met wie hij verklaart een feitelijk gezin te vormen, is gebaseerd op de gegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 5°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van natuurlijke personen. Deze informatie mag niet meer dan twee maanden oud zijn.

§ 2. Een auto-expert in de zin van de wet van 15 mei 2007 betreffende de erkenning en de bescherming van het beroep van auto-expert en de oprichting van een Instituut van Auto-experts, of elke gekwalificeerde agent die vaststelt dat een voertuig de schade of het verlies heeft geleden bedoeld in § 1, 2°, d) van dit artikel is verplicht dit te melden aan de bevoegde overheid.

§ 3. Bij de in artikel 6, § 1, 2° en 3°, bedoelde controle moet het voertuig worden getoond met het laatste kentekenbewijs dat ervoor is afgegeven en met een kentekenplaat waarvan de bevoegde autoriteit de kenmerken vaststelt.

In afwijking van artikel 5, § 3, is de in artikel 6, § 1, 2° en 3° bedoelde controle beperkt tot een visuele controle van de technische staat van het voertuig:

a) indien het voertuig beschikt over een keuringsbewijs overeenkomstig artikel 9 dat is afgegeven minder dan twee maanden nadat het voertuig ter controle is aangeboden, of

b) voor een in België ingevoerd voertuig dat voorheen in een andere Lidstaat van de Europese economische ruimte was ingeschreven, een door de bevoegde autoriteiten van die Lidstaat afgegeven keuringsbewijs, waarin wordt verklaard dat het voertuig met goed gevolg de proef heeft doorstaan, minder dan twee maanden voor de in artikel 6, § 1, 3°, bedoelde controle, een technische controle die ten minste voldoet aan de bepalingen van de richtlijn.

§ 4. Indien na deze visuele controle blijkt dat het voertuig geen technische gebreken vertoont en aan de voorschriften voldoet, wordt een document met de titel ″Visuele controle van het voertuig″
afgegeven.

Indien het voertuig na deze visuele controle technische gebreken vertoont of niet aan de voorschriften voldoet, moet het voertuig onmiddellijk opnieuw worden beproefd overeenkomstig bijlage 1.

§ 5. Het document ″Visuele controle van het voertuig″ bedoeld in § 3, tweede lid, moet de gegevens bevatten bedoeld in artikel 9, tweede lid, onderdelen 1° tot en met 12°, met uitzondering van de vervaldatum van het keuringsbewijs.

§ 6. Het document ″Visuele controle van het voertuig″ moet altijd bij het keuringsbewijs worden gevoegd, waarop het keuringsstation dat de visuele controle van de technische staat van het voertuig heeft uitgevoerd, onuitwisbaar de vermelding ″NIET GELDIG BIJ GEBREK VAN HET DOCUMENT ″VISUELE CONTROLE VAN HET VOERTUIG″ heeft aangebracht.

§ 7. De aanvraag tot inschrijving wordt afgestempeld en ondertekend op voorwaarde dat, nadat de in § 1, 2° en 3° voorgeschreven controles zijn verricht, hetzij een certificaat van technische keuring overeenkomstig artikel 9, hetzij een document ″Visuele controle van het voertuig″ als bedoeld in § 3, tweede lid, wordt afgegeven.

Art. 7. Gedeeltelijke controle

§ 1. Gedeeltelijke keuringen zijn verplicht:

1° op ieder verzoek van een bevoegde ambtenaar;

2° voor de in artikel 10, §§ 2 tot en met 4 bedoelde voertuigen;

3° in geval van een overdracht als bedoeld in artikel 6, § 1, 3°, tweede lid, tweede streepje.

§ 2. De in het eerste lid, 2° van dit artikel bedoelde keuring vindt plaats binnen twee maanden na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vorige volledige of gedeeltelijke keuring. Na deze periode moet een volledige inspectie worden uitgevoerd.

HOOFDSTUK III. — Document ten bewijze van de technische keuring

Art. 8. Af te geven document

§ 1. Aan het einde van iedere volledige of gedeeltelijke keuring wordt een keuringsbewijs afgegeven, behalve in het geval van een visuele controle van het voertuig, waarvoor een document ″visuele controle van het voertuig″ wordt afgegeven.

De bevoegde overheid bepaalt de vorm van de in lid 1 bedoelde documenten.

§ 2. Het centrum voor technische keuring dat de volledige of gedeeltelijke keuring of de visuele controle heeft uitgevoerd moet het door hem afgegeven keuringsbewijs of document ″visuele controle van het voertuig″ ter beschikking stellen van de persoon die het voertuig ter controle heeft aangeboden.

Art. 9. Inhoud van het document

§ 1. Het keuringsbewijs vermeldt tenminste:

1. het voertuigidentificatienummer (VIN-nummer);

2. het nummer van de kentekenplaat en het symbool van het land van inschrijving;

3. de plaats en datum van de keuring;

4. de bij de vorige en de huidige volledige inspectie geregistreerde kilometerstand (indien beschikbaar);

5. de categorie van het voertuig (indien beschikbaar);

6. het aantal zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend;

7. de geconstateerde gebreken, met vermelding van de ernst ervan;

8. de eventuele inbreuken op de vereisten;

9. het resultaat van de technische inspectie;

10. de gegevens met betrekking tot controles waaraan het voertuig op grond van andere regelgeving is ook onderworpen;

11. bepaalde nuttige informatie voor toekomstige bezoeken;

12. de identificatiegegevens van de erkende instantie die de keuring heeft uitgevoerd.

§ 2. De resultaten van de technische keuringen moeten zo spoedig mogelijk ter kennis van de bevoegde autoriteit worden gebracht of elektronisch aan haar ter beschikking worden gesteld. Deze kennisgeving bevat de in § 1 bedoelde gegevens.

Art. 10. Geldigheid

§ 1. Het keuringsbewijs wordt zonder geldigheidsdatum uitgereikt indien tijdens een controle wordt vastgesteld dat:

1) het voertuig geen technische gebreken of tekortkomingen aan de vereisten vertoont;

2) het voertuig bepaalde kleine technische gebreken vertoont die, hoewel zij het voertuig niet gevaarlijk maken, niettemin nauwlettend door de titularis moeten worden opgevolgd;

3) het voertuig vertoont enkele kleine tekortkomingen die gemakkelijk door de eigenaar kunnen worden verholpen.

§ 2. De geldigheidsduur van het technische keuringsbewijs bedraagt drie maanden wanneer, niettegenstaande eventuele gebreken als bedoeld in de vorige leden, alleen bepaalde door de bevoegde overheid vastgestelde tekortkomingen van regelgevende of administratieve aard worden vastgesteld.

In dit geval wordt op het keuringsbewijs de vermelding ″GELDIGHEIDSBEPERKING TOT: DD/MM/JJJJ” aangebracht, de te vermelden datum zijnde de datum van de dag + 3 maanden.

§ 3. De geldigheidsduur van het technische keuringsbewijs bedraagt vijftien dagen wanneer de toestand van een onderdeel of groep onderdelen, of de niet-naleving van de voorschriften, van dien aard is dat het voertuig, zonder een onmiddellijk gevaar te vormen, dringend moet worden hersteld of aangepast om aan de vereisten te voldoen.

Deze gebreken worden gecategoriseerd als grote gebreken.

In dit geval wordt op het keuringsbewijs de vermelding ″GELDIGHEIDSBEPERKING TOT: DD/MM/JJJJ” aangebracht, de te vermelden datum zijnde de datum van de dag + 15 dagen.

§ 4. De geldigheidsduur van het technische keuringsbewijs vervalt wanneer de toestand van een onderdeel of groep onderdelen, of de niet-naleving van de voorschriften van dien aard is dat het voertuig niet kan worden toegelaten of in het verkeer kan worden gehouden. Deze gebreken worden gecategoriseerd als gevaarlijke gebreken.

In dat geval is het keuringsbewijs voorzien van de vermelding ″VERBODEN VOOR HET VERKEER″.

Het rijverbod op de openbare weg kan worden opgeheven na een nieuwe keuring, waarbij kan worden vastgesteld dat de gebreken zijn verholpen en dat het voertuig weer geschikt is voor gebruik. Een keuringsbewijs kan dan worden afgegeven in overeenstemming met § 1.

§ 5. De kleur van het keuringsbewijs is groen in de gevallen bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel en rood in de gevallen bedoeld in de leden 3 en 4.

§ 6. De geldigheidsduur van de aanvraag tot inschrijving die voor de in artikel 6, § 1, 2° bedoelde keuring wordt afgegeven, bedraagt twee maanden.

HOOFDSTUK IV. — Vergoedingen en kosten

Art. 11. Toewijzing

De kosten van de technische keuringen komen ten laste van de eigenaar van het voertuig.

Betalingen geschieden contant, tenzij door de bevoegde autoriteit anders is bepaald.

Art. 12. Verschuldigde bedragen

§ 1. De erkende technische ondernemingen zijn gerechtigd tot inning van de retributies bedoelde in dit artikel.

§ 2. De erkende ondernemingen van technische keuring brengen in elk van hun technische controlecentra alle vergoedingen aan die zij gerechtigd zijn te vragen.

§ 3. De bedragen van de door de erkende keuringsinstanties voor voertuigen in rekening te brengen retributies, met inbegrip van de belasting over de toegevoegde waarde, worden door de Minister belast met Verkeersveiligheid als volgt vastgesteld:

1° een volledige inspectie overeenkomstig bijlage 1, met inbegrip van de milieu-inspectie: 48,50 EUR;

2° de gedeeltelijke keuring van een voertuig;

a) op verzoek van een bevoegd ambtenaar: 13,80 EUR;

b) naar aanleiding van een administratieve (her)keuring: 8,80 EUR;

c) na een herkeuring: 13,80 EUR;

3° de weging van een voertuig: 16,30 EUR;

4° het opstellen, valideren en afleveren van een aanvraag tot inschrijving: 4,40 EUR;

5° de afgifte van een duplicaat van elk origineel document dat werd afgeleverd: 6,00 EUR;

6° tweedehandse keuring beperkt tot een in artikel 6, §3, tweede lid, bedoelde visuele keuring: 33,80 EUR;

7° controle na een ongeval:

a) controle van de geometrie van de wielstellen en het chassis: 107,40 EUR;

b) controle van de geometrie van de wielstellen: 48,50 EUR;

8° de gelijkvormigheidcontrole van een ingevoerd voertuig in het kader van artikel 3ter van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen: 80,00 EUR.

§ 4. De in § 3 vermelde bedragen worden op 1 januari van elk jaar automatisch aangepast aan de ontwikkeling van de gezondheidsindex voor de maand november van het voorafgaande jaar. Bij het indexeren wordt het resultaat, indien nodig, afgerond op de dichtstbijzijnde hele decimaal.

Het uitgangsindexcijfer is dat van november 2021.

HOOFDSTUK V. — Wijzigende bepalingen. — Invoer binnen de Europese Unie.

Art. 13. Artikel 1, § 2, van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen, wordt aangevuld met een punt 24 dat luidt als volgt:

“24. ″erkende technische controle-instantie″: de erkende instanties overeenkomstig het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen.”

Art. 14. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid 3ter, dat als volgt luidt:

″§ 3ter. Voertuigen die worden ingevoerd en voor het eerst in België in het verkeer worden gebracht volgens de procedure van artikel 1, § 4bis, van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, moeten worden aangeboden aan een erkend technisch controleorganisme, dat een conformiteitscontrole van het voertuig zal uitvoeren en zal nagaan of de reglementaire bepalingen van dit besluit worden nageleefd.”.

HOOFDSTUK VI. — Slotbepalingen

Art. 15. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

Art. 16. De minister bevoegd voor Verkeersveiligheid wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Bijlage

PDF